Het Bildt, 25 september 2004
De Oudebildtdijk is de langste straat van Nederland. Ouwedyksters wonen tussen verfrieste Hollanders, Duitse zomergasten en kosmopolitische drop-outs.
Het had niks gescheeld of op de Oudebildtdijk had geen huisje meer gestaan. Rond 1960 vond de
gemeente dat de lintbebouwing aan de langste straat van Nederland - 14.250 meter - maar moest
verdwijnen. De woninkjes waren slecht onderhouden en niet aangesloten op de centrale riolering.
Maar huisjesmelkers brachten met advertenties in de De Telegraaf een kleine immigratiegolfje
teweeg. Genoeg randstedelingen die voor een appel en een ei wel op het platteland wilden wonen.
De Ouwedyk, zoals de dijk in de volksmond heet, werd in de jaren zestig en zeventig de
straat die hij nog altijd is: een bonte mengeling van autochtone Ouwedyksters en verfrieste
Hollanders, Duitse zomergasten en kosmopolitische drop-outs zonder aanwijsbaar vaderland. Sjoerd (82)
en Tjerkje Louwenaar (76) wonen hun hele leven al op de Oudebildtdijk. 'Waar nieuwkomers wonen, zie
je zo,' zegt Tjerkje. 'Ze verven de huizen zo halfwijs op'.
Edwin Rutten (ome Willem) heeft er een huisje. Schrijver Martin Bril is ook dol op de streek. De
Oudebildtdijk steekt twee meter boven het maaiveld uit, wat een majestueus uitzicht garandeert. 's
Zomers heeft het akkerland de pronk an, 's winters is het één groate leechte. De in de
zestiende eeuw drooggelegde Noord-Friese kustgemeente het Bildt, die volgend jaar vijfhonderd jaar
bestaat, kan bogen op een eigen dialect. Evenals het Stadsfries is het Bildts deelz Fries, deels
Nederlands.
Aldert Cuperus is de streekhistoricus. Hij is op de Oudebildtdijk geboren. 'Het licht van de Amelander
vuurtoren sloeg bij ons door de slaapkamer', zegt hij. De naam 'het Bildt' komt van 'opgebild
(aangeslibd) land. In 1498 schonk keizer Maximiliaan I 'dat nieuwe door opslijking aangewassen weide-
of bouwland' aan hertog Albrecht van Saksen. Diens zoon Georg liet het in 1505 indijken onder leiding
van Hollanders uit de Alblasserwaard. 'Die namen arbeiders mee uit Holland, Zeeland en Brabant,' zegt
Cuperus. 'Zo is de mengtaal ontstaan.' De Oudebildtdijk is met achthonderd arbeiders in één jaar
gebouwd. Enkele kilometers noordelijker werd een eeuw later de Nieuwe Bildtdijk aangelegd, waarna de
oude een slaperdijk werd. Maar de zee is altijd dichtbij gebleven. Bij nacht, storm en ontij probeert
ze het prijsgegeven land terug te veroveren. 'Bij nieuwe maan en springtij, en met een wind die van
zuidwest naar noordwest ruimt, krijg je die bak met water,' zegt sjoerd Louwenaar.
De Nieuwe Bildtdijk brak voor het laatst door in 1825. De Oude zwichtte slechts één keer, tijdens de
Allerheiligenvloed van 1 november 1570, toen in Friesland 3.181 mensen verdonken. Officieel is de dijk
nog altijd een zeewering: tussen 15 oktober en 15 april, ruwweg het stormseizoen, mag en niet in
worden gegraven.
Het is medio september. Na de overvloedige regenval van de afgelopen weken liggen de uien al wel boven
de grond, maar de meeste aardappelen wachten nog op een rooimachine. Het Bildt is het land van de
aardappel, van grote boeren, van felle sociale strijd aan het einde van de negentiende eeuw. Bildtse
boeren hadden - en hebben - twee keer zoveel land als de boeren buiten de polder. De eerste
landarbeidersvakbond van Nederland, Broedertrouw, werd op 27 oktober 1889 opgericht op de
Oudebildtdijk, tijdens de grote agrarische crisis. Soldaten zaten bij boeren ingekwartierd om
werkwilligen te beschermen tegen stakers. Een monument, de 'Golf van Onrust', herinnert aan die tijd.
'In 1872 waren er op het Bildt maar veertien mensen die opgaven geen lid te zijn van enig
kerkgenootschap,' zegt Cuperus, terwijl twintig jaar later deonkerkelijkheid, vooral op de westelijke
Oudebildtdijk, het hoogste was in heel Nederland.' Rond 1900 was het armoe troef. Drank was een
oplossing. 'De Oudebildtdijk telde meer kroegen en tappetijen - súphússys - dan Katendrecht in
Rotterdam.'
Rond 1890, 1920 en 1950 emigreerden honderden 'Bildtkerts' in golven naar de Verenigde Staten en
Canada, op zoek naar een beter bestaan. 'Ik was een jaar of acht toen mijn vader erover nadacht om ook
naar Canada te gaan,' zegt sjoerd Louwenaar. 'Een broer was daar al. Hij deed het uiteindelijk niet.
Hij bleef arbeider. Ik werd agrarisch medewerker.' Echtgenote Tjerkje deed het op de lagere school
goed, 'maar bij meisjes telde dat niet,' zegt ze. 'Iemand vroeg me eens welke opleiding ik had. Ik
zei: akkerstudent.'
Ouwedyksters die niet emigreerden, kregen in 1913 electriciteit, liefst zeventien jaar eerder dan de
zuidelijker gelegen dorpen Sint Jacobiparochie, Sint Annaparochie en Vrouwenparochie. Cuperus: 'De
dijken kregen stroom vanuit het oosten, de dorpen hadden moeten worden voorzien vanuit Leeuwarderadeel.
Maar dat wilde geen palen langs de wegen naar het Bildt. Vandaar dat er zoveel mensen op de dijken
kwamen wonen. 'Timmerlieden en smeden verplaatsten hun zaken naar de dijken. De lintbebouwing ontstond:
rijtjes huizen die strékys worden genoemd, met daartussen open ruimtes, búttenhússys,
die toegang bieden tot de landerijen.
Wie nu over de Oudebildtdijk rijdt, ziet nog altijd bouwactiviteiten. Menig oud dijkwoninkje is
gerestaureerd of gerenoveerd, maar even groot in getal zijn de huisjes die onder handen worden genomen
of waar voorbereidingen worden getroffen. Overtollige spullen belanden bij sloper Stienstra. 'Het zijn
hier geen opruimers,' zegt Tjerkje Louwenaar. 'Sip Steinstra kan alles gebruiken.'
'Ouwedyksters zijn veel vrijer dan de mensen uit de dorpen,' zegt Aldert Cuperus. 'Ongebondener. Wat
wil je, ze hebben voor en achter een onbeperkt uitzicht. Het is leven en laten leven.'
Bron: ELSEVIER, Abe de Vries
Foto Reyer Boxem